De Stichting Max Havelaar verleent sinds 1988 in Nederland een keurmerk aan koffie die tegen een voor producenten gunstige prijs op de markt wordt gebracht. Het initiatief kwam tot stand in overleg tussen Mexicaanse koffieboeren en een Nederlandse hulporganisatie. De organisatie wordt onder meer ondersteund door ICCO, een interkerkelijke organisatie voor ontwikkelingssamenwerking.
Het initiatief vond navolging: tegenwoordig is Max Havelaar ook de naam van het enige onafhankelijke fairtrade-keurmerk voor voedsel waarvan de producenten in Latijns-Amerika, Afrika of Zuidoost-Azië door de afnemers een hogere prijs dan de wereldmarktprijs wordt betaald. Hier bovenop ontvangen de producenten als extra nog een premie. De naam is ontleend aan het boek “Max Havelaar" (1860) van Multatuli, waarin het onrecht aan de kaak wordt gesteld van de koffieboeren in toenmalig Nederlands-Indië. Het keurmerk garandeert dat organisaties van kleine boeren of plantages in ontwikkelingslanden een eerlijke prijs ontvangen voor hun producten.
Hoewel het keurmerk, mede door zijn naam, met name associaties met koffie oproept, is het ook te vinden op ijs, thee, chocolade, honing, cacao, vruchtensap, rijst, wijn, bier, suiker en fruit. Onder meer het merk "Oké", dat onder die naam bananen, sinaasappels, ananassen en mango's verkoopt, mag het Fairtrade/Max Havelaarkeurmerk dragen. De stichting zelf handelt in geen van deze producten; zij verleent alleen het keurmerk dat garant staat voor een eerlijke handel.
In 2004 was 3% van de Nederlandse koffie en 2% van de Belgische koffie gecertificeerd onder het Max Havelaarkeurmerk.